En hoe is het gesteld met de fauna?
Oerossen, elanden, bruine beren en wolven leven al lang niet meer in het Zoniënwoud. De das en de haas verlieten het woud als laatsten (wegens verdwijning van bosranden en verkaveling van landbouwgronden). Het Zoniënwoud telt nog steeds 39 soorten zoogdieren waarvan 15 soorten vleermuizen van de 21 die voorkomen in België!
De ree is de grootste overblijvende planteneter in het Zoniënwoud dankzij verschillende herintroducties. De reeën worden vooral bedreigd door het drukke verkeer en loslopende honden. De reeënpopulatie telt rond de tweehonderd dieren. Het enige grote prooidier is nu nog de vos. Hij dook terug op in de jaren vijftig en zijn populatie neemt gestadig toe. Het everzwijn is na een lange afwezigheid onlangs opnieuw verschenen.
.....en de andere?
Er zijn veel wilde konijnen in het Zoniënwoud. Kleine roofdieren zoals de hermelijn, de wezel, de fret en de steenmarter bewonen het woud en haar randgebieden. Overal aanwezig zijn de roodbruine Europese eekhoorns die in de boomtoppen leeft. De Koreaanse eekhoorn is een goed ingeburgerde toerist die op de grond leeft (kleinere gestalte, grijze kleur, donkerbruine overlangse strepen op de rug). Onze inlandse eekhoorn heeft niet echt last van zijn Aziatische concurrent omdat hun habitat zich op verschillende hoogte bevindt.
De vogels
Het gezang en gefluit wijst op de vele aanwezige vogelsoorten (ongeveer 100 nestelende soorten) waaronder zeer interessante populaties van holbroeders en roofvogels. De grote open plekken in het woud vormen een gastvrije omgeving voor de bosduif en de houtsnip. Vogels zoals de specht, de uil en de mees nestelen graag in de natuurlijke holten van de oude beuken. Langs de hoge stammen zoeken de boomkruiper of de boomklever hun voedsel. In de lente is duidelijk het roffelen van de spechten te horen: meestal gaat het om de grote bonte specht. De buizerd cirkelt vaak tussen de hoge stammen.
Jammer genoeg wijzen studies op een sterke vermindering van insectenetende zangvogels zoals de fluiter, de boompieper, de gekraagde roodstaart. Ook het verdwijnen van de koekoek is betreurenswaardig. De twee voornaamste oorzaken van de verarming van de biologische diversiteit, deze laatste vijftig jaar, zijn zeer waarschijnlijk de bijna volledige verdwijning van de zoomgebieden en de versnippering van het woudmassief onder de druk van de verstedelijking en het constant toenemend verkeer.
De waterwereld
Aan de vijvers zijn de watervogels in hun element: wilde eenden,waterhoen en meerkoet. Een ontmoeting met een fuut, een aalscholver, een blauwe reiger of het felgekleurde ijsvogeltje is nooit ver weg. De vijvers, poeltjes en karresporen bieden geschikte broedplaatsen voor amfibieën. Dit zijn de vuursalamander, de alpenwatersalamander, de kleine watersalamander, de vinpootsalamander, de kamsalamander, 3 soorten padden en 4 soorten kikkers. In het Zoniënwoud wonen slechts twee soorten reptielen: de hazelworm en de levendbarende hagedis.